Sint-Theresiakerk Lennisheuvel
A | A | A

nieuws

Overweging woco-viering van 24 juli

25-07-2016

De overweging van de woord- en communieviering van 24 juli 2016

Als je maar volhoudt, dan krijg je wat je vraagt. Laten we realistisch blijven: dat kan natuurlijk niet. Verbeeld je dat alle gebeden altijd verhoord zouden worden, als je maar lang genoeg blijft aandringen. Dan zou de chaos in de wereld nog veel en veel groter zijn. Je komt wel eens mensen tegen die zeggen: Ik geloof niet meer in God, ik geloof niet meer in bidden. Ik heb O.L.Heer van het kruis gebeden, maar het hielp niets.

Wat is bidden dan? Bidden is God erbij halen. In de joodse traditie heet God: Jahwe, ik ben er voor jullie. God erbij halen als je het op eigen kracht niet aan kunt. Dan moet ik denken aan twee kinderen die ruzie hebben. De ene die het niet kan winnen haalt zijn vader erbij, om toch zijn gelijk te krijgen.
Ik denk niet dat we ‘God erbij halen’ zo moeten zien. Misschien kun je het zo zeggen: God erbij halen is van binnen stil worden zodat God bij je binnen kan komen, met zijn geest, met zijn kracht, met zijn vrede, met zijn inspiratie. God erbij halen betekent niet dat hij onze problemen en noden  oplost als een grote tovenaar, die onze wensen even verhoort.
Dat kan natuurlijk niet. Maar hoe zien we het dan? Als je in nood bent, verdriet hebt, niet meer weet hoe verder, dan zoek je steun bij anderen, dat is gewoon menselijk. En als gelovige mens kun je ook steun zoeken bij God. Natuurlijk mag je Hem vragen: help me toch. Daar heb je een vader voor, ook al is die onzichtbaar. Het gaat echter niet zozeer om een instant oplossing van onze problemen maar om de kracht die je bij God in je bidden vindt.
Je kunt op heel veel manieren bidden. We zagen het onlangs b.v. tijdens het EK voetballen: verscheidene spelers die bij het betreden van de grasmat een kruisteken maakten en hun ogen opsloegen naar boven en een gebedje uitspraken. Ik doe het zelf als ik aan tafel ga of als ik samen eet met mensen die ik vertrouw. Dan dank ik voor de maaltijd en vraag om gezondheid en sterkte. In Taizé bidden dagelijks duizenden jongeren gezamenlijk door stil te zijn en door mantra-achtige liederen te zingen. Maar ook als je je verwondert om de schoonheid van een bloempje van een catalpa-boom of de pracht van een huisjesslak ben je in feite bezig om dank te zeggen voor al het mooie. 
Dat vereist echter wel dat je bewust stil moet staan bij  het leven. Dat je beseft dat het niet zo vanzelfsprekend is dat er iedere dag eten op je bord komt. Dat je door tijd te nemen voor  jezelf in stilte ook dieper tot de kern door kunt dringen. Dat je niet zo maar argeloos voorbij die catalpaboom loopt, terwijl duizenden bloempjes lijken te zeggen, geniet eens echt van mijn kleurenpracht. Dat je een huisjesslak toch mooi kunt vinden, ondanks dat ie met zijn maatjes alle hostabladeren opvreet.  

Maar bij bidden gaat het niet alleen om te danken en te vragen voor  jezelf. In de beide lezingen valt het op dat er voor anderen gebeden wordt: Abraham soebat niet voor zichzelf maar voor zijn lotgenoten in Sodom en Gomorra. In het voorbeeld dat Jezus geeft vraagt de man niet voor zichzelf maar voor de gast die bij hem gekomen is.

Maar bidden voor anderen, heeft dat wel zin? Ieder moet maar voor zijn eigen bidden, zei eens iemand, Ieder moet zelf maar steun zoeken bij God. Heeft het zin om God erbij te halen als je noden of problemen om je heen ziet, vlak bij je of ver weg, de ziekte van een familielid of van een vriend of de ellende van al die duizenden vluchtelingen? Bidden voor anderen is een vorm van medeleven, van je betrokken voelen met een ander of met een groep anderen, ook van de onmacht die je hebt omdat je zelf niets kunt doen, tenminste geen oplossing kunt geven. Als gelovige mens haal je dan God erbij, niet omdat je denkt dat Hij wel even een wonder doet en voor een gemakkelijke oplossing zorgt, maar wel omdat je hoopt dat die ander ook wat kracht vindt in zijn of haar moeilijke dagen, of dat mensen de kracht vinden om samen problemen op te lossen.

Een oudere pastoor vertelde eens hoe hij gemerkt had dat hij de gebeden die hij maakte anders was gaan formuleren. Eerst bad hij: God, maak een einde aan de oorlog. Toen werd het: God, laat er vrede komen. En tenslotte: God, geef wijsheid en kracht aan die mensen die beschikken over oorlog en vrede. Want uiteindelijk: mensen moeten het doen, in de kracht van God. Bidden zou ons wel eens krachtiger en sterker kunnen maken en met meer vertrouwen in het leven doen staan.