nieuws
Overweging woco-viering van 13 nov.
13-11-2016
De hieronder staande overweging is uitgesproken bij de 33-ste zondag van het jaar-C (2016) tijdens de woord- en communieviering in de St. Theresiakerk in Lennisheuvel.
Jezus kondigt allerlei onheil
aan in de taal die de mensen van toen kunnen verstaan. En het gebeurde ook! En
het gaat maar door. Na alle oorlogen en godsdienststrijd in het verleden worden
ook nu nog mensen gevangen gezet of vermoord omdat ze anders denken dan hun
machthebbers.
Steden worden verwoest
waarbij duizenden onschuldige slachtoffers vallen. Onze mooie aarde wordt
ernstig bedreigd door een klimaatcrisis. De zeeën worden leeggevist. De oceaan
wordt een vergaarbak van afvalplastic waar de vissen en ook de mensen op de
duur schade van ondervinden.
Grote natuurrampen zijn nog
steeds niet te vermijden. Denk aan de tsunami bij Fukushima in Japan en de
orkaan op Haïti.
Ook ónze tempels gaan
verloren: kerken worden aan de eredienst onttrokken.
Laat God dit alles toe?
De wetenschap vordert
gestaag, steeds meer kunnen we begrijpen hoe de dingen werken, voor velen is er
absoluut geen Goddelijke voorziening meer nodig. Maar onze kennis wordt óók
benut om steeds geavanceerder wapens te ontwikkelen, tot atoombommen aan toe.
De kern van wat Jezus in dit
evangelie zei, staat nog steeds overeind.
Zijn ramp-boodschap gold óók
voor hemzelf: Hij werd onder kommervolle omstandigheden geboren. Hij werd als
krachtige jongeman van 33 jaar op wrede wijze ter dood gebracht omdat zijn taal
en handelen de machtigen niet beviel. Ook Hij worstelde met de vraag naar de
zin van dit alles: aan het kruis sprak Hij de wanhopige woorden: ‘Mijn God,
mijn God, waarom laat U mij in de steek?
Waar wás zijn God die Hij
Vader noemde? Het kan toch niet zijn dat alles gebeurt ‘omdat God (of Allah)
het wil!’ Hoezo moeten wij geloven in een liefhebbende God?
Wat wás dan eigenlijk de
‘Blijde Boodschap’ van Jezus?
‘Er is één God. Die heeft
zijn schepping en ook ons, lief. Hij vergeeft ons altijd als we maar spijt
tonen. Dan wacht ons eeuwig leven.
Wat moeten wij doen? ‘Deze
ene God beminnen met heel onze kracht, heel ons hart en heel ons verstand. En
onze naaste beminnen als onszelf. Doe dat en ge zult leven.’ Hij belooft hulp
wanneer we het moeilijk krijgen. Hij liet in zijn gelijkenissen zien wie Hij
met onze naasten bedoelde. Hij ging
vriendschappelijk om met tollenaars en zondaars die algemeen werden geminacht. De
soldaat die Hem kwam arresteren werd een oor afgeslagen. Jezus genas hem,
hoewel hij duidelijk een vijand was.
We hebben gezien waartoe zijn
goede bedoelingen hebben geleid. Hij ging ten onder en voelde zich hopeloos
verlaten. Zijn leerlingen waren helemaal van slag.
Maar…. Hij kwam terug!
Sint Paulus zei al in de
eerste brief aan de Christenen van Korinthe hoofdstuk 15, dat als Jezus niet
was verrezen ons geloof geen waarde zou hebben.
Zijn verrijzenis laat zien
dat we op zijn Blijde Boodschap mogen vertrouwen.
We mogen het geloven. Dat mag ons troosten. Dat mag ons sterken.