Sint-Theresiakerk Lennisheuvel
A | A | A

nieuws

Overweging woco-viering van 13 nov.

13-11-2016

De hieronder staande  overweging is uitgesproken bij de 33-ste zondag van het jaar-C (2016) tijdens de woord- en communieviering in de St. Theresiakerk in Lennisheuvel.

Het evangelie is van Lucas 21, 5-19.

Wat een evangelie! Is dat nu een Blijde Boodschap?

Jezus kondigt allerlei onheil aan in de taal die de mensen van toen kunnen verstaan. En het gebeurde ook! En het gaat maar door. Na alle oorlogen en godsdienststrijd in het verleden worden ook nu nog mensen gevangen gezet of vermoord omdat ze anders denken dan hun machthebbers.

Steden worden verwoest waarbij duizenden onschuldige slachtoffers vallen. Onze mooie aarde wordt ernstig bedreigd door een klimaatcrisis. De zeeën worden leeggevist. De oceaan wordt een vergaarbak van afvalplastic waar de vissen en ook de mensen op de duur schade van ondervinden.

Grote natuurrampen zijn nog steeds niet te vermijden. Denk aan de tsunami bij Fukushima in Japan en de orkaan op Haïti.

Ook ónze tempels gaan verloren: kerken worden aan de eredienst onttrokken.

Laat God dit alles toe?

De wetenschap vordert gestaag, steeds meer kunnen we begrijpen hoe de dingen werken, voor velen is er absoluut geen Goddelijke voorziening meer nodig. Maar onze kennis wordt óók benut om steeds geavanceerder wapens te ontwikkelen, tot atoombommen aan toe.

De kern van wat Jezus in dit evangelie zei, staat nog steeds overeind.

Zijn ramp-boodschap gold óók voor hemzelf: Hij werd onder kommervolle omstandigheden geboren. Hij werd als krachtige jongeman van 33 jaar op wrede wijze ter dood gebracht omdat zijn taal en handelen de machtigen niet beviel. Ook Hij worstelde met de vraag naar de zin van dit alles: aan het kruis sprak Hij de wanhopige woorden: ‘Mijn God, mijn God, waarom laat U mij in de steek?

Waar wás zijn God die Hij Vader noemde? Het kan toch niet zijn dat alles gebeurt ‘omdat God (of Allah) het wil!’ Hoezo moeten wij geloven in een liefhebbende God?

Wat wás dan eigenlijk de ‘Blijde Boodschap’ van Jezus?

‘Er is één God. Die heeft zijn schepping en ook ons, lief. Hij vergeeft ons altijd als we maar spijt tonen. Dan wacht ons eeuwig leven.

Wat moeten wij doen? ‘Deze ene God beminnen met heel onze kracht, heel ons hart en heel ons verstand. En onze naaste beminnen als onszelf. Doe dat en ge zult leven.’ Hij belooft hulp wanneer we het moeilijk krijgen. Hij liet in zijn gelijkenissen zien wie Hij met onze naasten  bedoelde. Hij ging vriendschappelijk om met tollenaars en zondaars die algemeen werden geminacht. De soldaat die Hem kwam arresteren werd een oor afgeslagen. Jezus genas hem, hoewel hij duidelijk een vijand was.

We hebben gezien waartoe zijn goede bedoelingen hebben geleid. Hij ging ten onder en voelde zich hopeloos verlaten. Zijn leerlingen waren helemaal van slag.

Maar…. Hij kwam terug!

Sint Paulus zei al in de eerste brief aan de Christenen van Korinthe hoofdstuk 15, dat als Jezus niet was verrezen ons geloof geen waarde zou hebben.

Zijn verrijzenis laat zien dat we op zijn Blijde Boodschap mogen vertrouwen.

We mogen het geloven. Dat mag ons troosten. Dat mag ons sterken.