Sint-Theresiakerk Lennisheuvel
A | A | A

nieuws

Overweging woco-viering van 2 april

19-04-2017

De overweging van de woord- en communieviering van 2 april 2017

Het volk Israël is meer dan eens van huis en haard verdreven. In de eerste lezing hoorden we over het volk Israel dat  gedeporteerd is door de grootmacht Babylon . De situatie voor het volk lijkt uitzichtloos. In die donkere tijden, wanneer alle hoop voor de Joden vervlogen is en er al duizenden doden zijn gevallen, treedt Ezechiel op: “Dit zegt onze God: “Ik ga jullie graven openen, jullie opnieuw tot leven brengen, en jullie terugbrengen naar je eigen land”.

Een hoopgevende boodschap.

Johannes is opgevoed met dit beeld van een leven schenkende God , en hij heeft juist die God werkzaam gezien in Jezus. De lezingen van de voorbije weken en die van vandaag vertellen erover.

2 weken geleden hoorden we over de vrouw uit Samaria die bij de waterput kwam waar Jezus wat uitrustte. Ze haalde water naar boven en Jezus haalde uit haar het beste naar boven. In de ontmoeting met Hem werd zij een ander mens, begon ze opnieuw te leven.

Vorige week hoorden we dat Jezus een blinde weghaalde uit het donker en hij gunde hem het licht. Zo werd hij een nieuw mens, hij begon opnieuw te leven.

Zo juist hoorden we vertellen hoe Jezus de steen liet weghalen voor het graf van zijn gestorven vriend Lazarus. “Sta op”zegt Hij en Lazarus begint opnieuw te leven.

In het evangelie van Johannes is dit het laatste van de zeven wonderen die Jezus doet. Eigenlijk zeg ik dit verkeerd: Johannes spreekt nergens over wonderen, maar heeft het over tekenen die Jezus doet. De opwekking van Lazarus is dus ook een teken.

We moeten dit wonderlijke verhaal niet lezen als een verslag, maar veeleer als een soort geloofsbelijdenis van Johannes. Hij geeft met dit verhaal uiting aan zijn geloof dat Gods liefde voor mensen niet sterft wanneer wij doodgaan. De opwekking van Lazarus is daarvan een veelzeggend teken. Een teken dus dat Gods liefde en Gods zorg voor mensen niet ophoudt bij de dood.

Het is dezelfde God waar ook Ezechiel het over had: “Hij is de Eeuwige , wiens liefde nooit ophoudt, de graven opent en mensen opnieuw tot leven brengt.”

Laten zien dat je in zo’n God wil geloven, kan het beste door, in de geest van Jezus, mensen uit wie het leven weggestroomd lijkt, of mensen waarbij de levenslust is verdwenen, door die mensen te helpen  opnieuw te gaan leven.

Elkaar nieuwe kansen bieden, het beste in anderen naar boven halen, anderen het licht in de ogen gunnen, mensen die het niet meer zien zitten, uit hun isolement halen, en de stenen wegrollen die mensen soms als een zware last in hun hart meedragen.

Geloven in een God die liefde is, kunnen we niet beter laten zien dan door elkaar op te wekken uit al wat dood en donker maakt.

Omdat Jezus eigenlijk nooit iets anders deed dan mensen helpen opstaan, kon Marta zeggen: “Ik geloof vast Heer dat U de Messias bent die in deze wereld is gekomen”. In Jezus voelde zij Gods liefde heel dichtbij.

En nog altijd is God vlakbij als de ene mens de andere opwekt, opbeurt, de steen wegrolt van het hart, en hem of haar helpt opstaan. Laat je erdoor aanraken, erdoor veranderen, door op te staan en tot nieuw leven te komen!