nieuws
Overweging woco-viering van 12 nov.
13-11-2017
Overweging van de Woord- en Communieviering van zondag 12 november 2017
Zeker na de eerste lezing van vandaag is de wijsheid nog in nevelen gehuld. Daarom ben ik op zoek gegaan naar wat wijsheid is. Speurend naar een antwoord liep ik door de stad. Ik las spreuken op muren zoals “De ervaring doet onze wijsheid toenemen, maar niet onze dwaasheden afnemen”. Ik zocht op internet en vond een citaat van Jimi Hendrikx: kennis spreekt, maar wijsheid luistert. Ik dwaalde door bibliotheken en vond een gedichtje van Toon Hermans: “De wijsheid komt met de jaren, ze komt van lieverlee; ze neemt je wilde haren en je eigenwijsheid mee.” Een andere dichter verwoordde het zo: ‘Vraag het niet aan mij, want de wijsheid is verborgen in het wit tussen de woorden'. Ik klampte de godgeleerde aan en Hij citeerde Augustinus: ‘Je zult niet binnentreden in de waarheid tenzij door de liefde'.
Ik wilde het allemaal graag geloven.
Maar ik hoorde vooral wat wijsheid niet
is. Het had geen handen en voeten. Het was een waarheid zonder werkelijkheid.
Wat is wijs? Ik zocht en vroeg verder. De ijverige arbeider
zei: ‘Wijsheid is kennis, is macht'. De bestuurder zei: ‘Wijsheid is op tijd je bed uit, en de juiste
lobby op het juiste moment'.Ik vroeg het de
toneelspeler en de liedjesmaker.
‘Wijsheid is spelen met dwaasheid', wisten zij. En de leraar zei: ‘Wijsheid is
vooral geduld met hen die nog niet weten'.
Nou ja, over werkelijkheid ging het wel. Deze antwoorden hadden met concrete
daden en belangen van doen. Maar was het
nu wijsheid of gewoon handigheid en slimmigheid? In elk geval: een eerste of
laatste woord was er niet.
Als je de bijbel erop naleest kom je
er achter dat het in ieder geval géén
boekentas vol kennis is, geen weten in de zin van het juiste antwoord hebben
bij een quiz of op school. Wijsheid heeft veel meer te maken met een manier van
doen, een manier van leven die je ziet bij mensen die niet zo geweldig zeker
van zichzelf zijn, bij mensen die zoeken en vragen, die beseffen dat je anderen
nodig hebt. Wijsheid heeft dus te maken met jezelf. Het wordt je geschonken als
je daar voor open staat. Wijsheid is je mee laten voeren, maar wel op eigen
benen. Wijsheid krijg je te leen.
Het lijkt zelfs alsof die wijsheid
in de 1e lezing een vrouw is, die je zomaar op straat zou kunnen tegenkomen.
Zoals vrouwe Fortuna (het geluk) of vrouwe Justitia (het recht) is het hier
vrouwe Sophia (wijsheid). Dat deze als vrouw wordt voorgesteld wil niet zeggen
dat vrouwen wijzer zijn dan mannen maar komt vanuit de Griekse taal, waarin het
Griekse woord voor wijsheid - Sophia - vrouwelijk is. En van deze wijsheid
wordt gezegd dat ze overal ontmoet kan worden als men haar wil zoeken. En wie
haar ontmoet of wie zich met haar bezig houdt kan daar veel van leren en
wellicht een wijzer, ander, gelukkiger mens worden. Zo’n ommekeer kwam ik tegen in een verhaal als
vervolg op de evangelielezing:
Ik kwam aan bij de feestzaal, waar de bruiloft in
volle gang was. Beslagen ramen, daarachter muziek, licht en lachen. Maar de
deur zat potdicht. In het portaal zaten de vijf meisjes die in het evangelie
‘dwaas' werden genoemd, met hun uitgedoofde olielampjes. Ik mocht erbij komen
zitten.
Daar was het Aanrecht-meisje: ze had altijd maar afgewacht, leefde een
afgestompt bestaan en had zich daarmee nog verzoend ook. Daar was ook het
meisje Mooi: altijd bezig met haar uiterlijk, altijd doende met het opmaken van
haar gezicht. Daar was het Actie-meisje: eeuwig in touw voor goede doelen,
doodmoe, maar ze kon dat natuurlijk niet toegeven. En het Carrière-meisje:
altijd bezig met haar toekomst, rekenen, plannen, cv-ontwikkeling, altijd druk
op de ketel. En daar was het meisje Mok: zich opsluitend in haar eigen leed,
verstopt wanhopig, steeds banger.
Wat deden ze daar, die vijf met hun uitgedoofde toekomst? Eerst vonden ze
zichzelf zielig, vervolgens vonden ze elkaar beklagenswaardig. Daarna namen ze elkaar
onder handen. En ten slotte keken ze naar zichzelf. Ze kwamen tot inkeer en
zagen in dat ze het over een andere boeg moesten gooien, dat ze hun harten
moesten openen voor elkaar en de ander.
En zie: het Aanrecht-meisje stond op en deed haar mond
open, eindelijk zichzelf. Meisje Mooi gooide haar oogschaduw weg en ging zelf
kijken. Het Actie-meisje ging eindelijk eens languit liggen. Het
Carrière-meisje kreeg oor en oog voor anderen. En meisje Mok leerde ter plekke
huilen en lachen.
En het wonder geschiedde: er was olie genoeg , volop licht en leven als
een eeuwigheid. En toen bleek dat ze alsnog de feestzaal in konden. En ik met hen.
Want als je hart eenmaal geopend is, zullen er ook deuren opengaan.