Eenheid in verscheidenheid

Klik hieronder op een kerkdorp

A | A | A

nieuws

Niemand leeft in zijn eentje, je leeft samen...

19-07-2020

In de mate dat mensen met Gods werkzaamheid mee willen doen

Eén van de grootste raadsels waarmee wij als mensen in onze wereld geconfronteerd worden, is het verschijnsel van het kwaad, in al zijn vormen van onrecht, chaos, bedrog, discriminatie, verwarring, verstoring, ellende en ziekte, zoals de laatste maanden met het coronavirus. Veel van deze vormen van kwaad zijn het gevolg van menselijk handelen. Desondanks is het voor ons vaak een obstakel om in de goedheid van God te geloven. Waarom laat Hij dit allemaal toe, zo vragen we ons af. Zelfs het christendom, met al zijn verdiensten voor de menselijke beschaving, heeft gedurende de afgelopen 2000 jaar het kwaad niet helemaal kunnen uitroeien, zo lijkt het.

Al in de tijd van Jezus zelf was de voortgaande aanwezigheid van het kwaad in de wereld voor velen een obstakel om in Hem te geloven. Jezus verkondigde immers dat met Hem de goede heilstijd van Gods Koninkrijk was aangebroken. Maar de omstanders vroegen zich sceptisch af: Hij moet eerst maar eens beter bewijzen dat die heilstijd is begonnen. Dat armzalige groepje van vissers dat achter Jezus aanloopt en nog wat tollenaars en zondaars, hoe kan dat nou het begin van het beloofde Godsrijk zijn. Nee, wanneer de echte Messias komt, zo meenden veel van Jezus’ tijdgenoten, dan hoort er in Israël en de rest van de wereld een tijd van vrede en welvaart aan te breken. Buitenlandse overheersers zullen verdwijnen, het kwaad zal ophouden en er zullen dan alleen nog maar heilige en rechtvaardige mensen zijn, vervuld van Gods Geest.
Maar omdat dat blijkbaar niet onmiddellijk overal en in alle opzichten gebeurde, waren velen in Jezus teleurgesteld. Ook wij kunnen in Jezus teleurgesteld zijn, wanneer we niet hebben gekregen wat we hoopten: een wereld zonder kwaad, een Kerk zonder zondaars, een parochie zonder problemen, een bisschop of pastoor zonder fouten, een huwelijk en gezin zonder spanningen, een gezondheid zonder gebreken, enz...

Hoe zit dat nou met die nieuwe wereld van Gods Koninkrijk, die met Jezus zou beginnen?, zo vragen veel mensen zich al tweeduizend jaar af. Wordt dat nog wat? En Jezus geeft daarop antwoord door middel van gelijkenissen. En het antwoord is in wezen bevestigend: ja, die nieuwe wereld van het hemels Rijk is wel degelijk bezig op aarde door te dringen onder de mensen. De tarwe zal opgroeien tot de oogst, het kleine mosterdzaadje zal opschieten en een grote boom worden, Gods Rijk zal als een gist langzaamaan alles doordringen.
Maar: het antwoord van Jezus is ook genuanceerd. Die nieuwe wereld van Gods Koninkrijk komt niet in één klap met geweld van buitenaf. Zo gaat God niet met mensen om. Gods Rijk komt in vrijheid van binnenuit, in de mate dat mensen met Gods werkzaamheid mee willen doen. We kunnen ja of nee zeggen op zijn aanbod, we kunnen tarwe in ons laten groeien of onkruid, we kunnen ons laten beïnvloeden door de positieve kracht van Jezus en zijn Geest of door de negatieve kracht van het kwaad. God respecteert onze keuzevrijheid.
Daar komt bij dat die menselijke vrijheid ruimte nodig heeft voor groeiprocessen en ontwikkeling; mensen hebben tijd nodig om inzicht te verwerven, om los te komen van verkeerde, oude wegen en om nieuwe wegen in te slaan en ze tot een goed einde te brengen. Daarom wil de Heer niet voortijdig in dit proces van menselijke ontwikkeling ingrijpen: anders ben ik bang, zegt Hij in de parabel tot zijn knechten, dat ge, wanneer ge het onkruid bijeen gaart, de tarwe mee uittrekt. Laat beide maar opgroeien tot de oogst.

Nog een ander aspect dat met die menselijke vrijheid en ontwikkeling samenhangt, is het sociale gemeenschapskarakter van ons menszijn. Niemand leeft in zijn eentje. Je leeft samen. Je leert van anderen. Je wordt beïnvloed door anderen. Je leert goede dingen van elkaar, maar je leert ook slechte dingen van elkaar. Kinderen imiteren hun ouders, imiteren oudere mensen, waar ze tegenop zien en ze nemen hun goede eigenschappen en gewoontes over, maar ook hun minder goede eigenschappen en gewoontes. Ook zo bezien zijn wij mensen onlosmakelijk met elkaar verweven, in het goede, maar ook in het kwade. Daarom, zo zegt Jezus in zijn gelijkenis, kun je niet voortijdig een scheiding maken tussen goede en slechte mensen. Ze zijn allemaal in het samenleven met elkaar verweven. Pas op het einde, bij de oogst, wanneer elke persoon zijn levensweg heeft voltooid, zal God het oordeel vellen, maar niet voortijdig, terwijl iedereen nog onderweg is in zijn ontwikkeling.

Een laatste aspect van Gods Koninkrijk, waar we nog rekening mee moeten houden, aldus Jezus, is dat de kern ervan onzichtbaar en geestelijk is. Het begint in het hart, klein en verborgen, als een mosterdzaadje in de aarde, of als een beetje gist in het meel. Alle andere koninkrijken en machten in de wereld zijn opdringerig en lawaaierig, overheersend, intimiderend en provocerend, maar Gods koninkrijk is liefde en vrede, en daarom werkt het nederig en stil, respectvol en dienstbaar. De werking van Gods Koninkrijk begint in het verborgene, onzichtbaar, daar waar personen hun hart gelovig openen voor God en zijn barmhartige liefde, zoals die in Jezus onder ons is verschenen. En dan, langzaamaan, krijgt dat geloof een geweldige uitwerking in alle aspecten van je bestaan, ja in alle uithoeken van de wereld en wordt het een immense boom, vanwaar allerlei vogels weer kunnen uitvliegen, zoals het kleine twaalftal apostelen is uitgegroeid tot een wereldwijde gemeenschap, met nu meer dan tweeënhalf miljard gedoopte christenen. En zo heeft het christendom als een gist gewerkt in onze geschiedenis, met ontelbare stille goede krachten, en - ondanks vele menselijke tekorten - met onmetelijke verdiensten voor het welzijn en de waardigheid van alle mensen, in het gezin, in het onderwijs, in de ziekenzorg, in de toenemende humanisering van de samenleving, in een groeiend broederlijk respect tussen verschillende rassen en volken, en dit alles bezield vanuit de overtuiging dat Gods bezig is om alles in de wereld ten goede te keren.

Daarom mogen ook wij telkens weer vol dankbaarheid putten uit die stroom van Gods liefde, die er over deze aarde gaat sinds de komst van Jezus en de zending van zijn Geest. Het is de geschiedenis van de overwinning van Gods goedheid over alle vormen van kwaad. Een geschiedenis die nog gaande is, maar die onomkeerbaar op weg is naar de oogst, naar de voltooiing.