Eenheid in verscheidenheid

Klik hieronder op een kerkdorp

A | A | A

nieuws

Zeg maar 'ja' tegen het leven...

04-04-2021

Pasen is: een volmondig 'ja' van de Schepper tegen ons menselijk leven

“Zeg maar ja tegen het leven”, zo zong destijds Wim Sonneveld. In feite is dit een mooie paasgedachte: “Zeg maar ja tegen het leven”. De eerste die “Ja” tegen het leven heeft gezegd, is onze Schepper, God. Door zijn scheppende Woord en de adem van zijn Geest heeft Hij ons in het bestaan geroepen; in het leven geroepen om als bewuste en vrije mensen te delen in zijn wijsheid en liefde en die gestalte te geven rondom ons heen. Maar bij onze eerste voorouders is het al ergens mis gegaan. Ze zeiden niet “ja tegen het leven”, in liefdevolle eenheid met de Schepper. Ze zeiden “neen” en wilden voortaan autonoom hun eigen bestaan inrichten, los van God, alsof ze zelf het menszijn bedacht en mogelijk hadden gemaakt.

Vanaf dat moment trad er een verstoring binnen in de mensenwereld. De oorspronkelijke harmonie en eenheid van alle schepselen in hun liefdevolle relatie met de Schepper was verbroken. Er trad verdeeldheid binnen, en ook eindigheid en dood, nu de mensen hun relatie met de Schepper, bron van alle Leven, hadden verstoord. Sindsdien leven we in een wereld, die in de grond weliswaar goed, zinvol en mooi is, maar die toch ook een gebroken wereld is, met veel losse eindjes, met veel vergeefsheid en eindigheid. Is dit dan alles, voor ons mensen: een vluchtig en eindig bestaan, waarin de één iets meer dan de ander de kans heeft om er nog iets van te maken, maar waar uiteindelijk alles en iedereen verdwijnt in de vergetelheid van de dood.

Met zo’n manier van denken lijkt het leven uiteindelijk zinloos en betekenisloos, en hebben mensen er tegenwoordig steeds minder moeite mee om er ook zelf maar een eind aan te laten maken. Zo’n manier van denken is echter niet meer een volmondig “ja” tegen het leven, maar in feite een steeds meer toegeven aan de dood. Pasen leert ons echter op een andere manier naar het leven te kijken, namelijk vanuit het grote geheel van Gods schepping, waar wij een deel van mogen uitmaken. De Schepper van het leven heeft ons bedoeld voor het leven, voor een vervuld en onvergankelijk leven, en dat heeft Hij met name bevestigd op Pasen.
Pasen is: een volmondig “ja” van de Schepper tegen ons menselijk leven, want op deze eerste Paasdag is Jezus juist ook als met mens met lichaam en ziel Gods eeuwigheid binnen gegaan. Ons menszijn is op de eerste Paasdag voorgoed vereeuwigd en voltooid, in Gods eeuwige liefde. Dat definitieve “ja”-woord van God op ons menselijk leven kwam al, toen Gods Zoon mens werd zoals wij, in onze huidige gebroken wereld, getekend door kwaad en dood. In die gebroken wereld is Jezus naast ons komen staan tot in de verlatenheid van het kruis, tot in de duisternis van het graf. Zo heeft Hij ons menszijn volkomen omhelsd en weer in verbinding gebracht met de levende God.

En zo heeft Pasen de ommekeer gebracht. De steen voor het graf is weggerold. Er is een opening gemaakt. Jezus Christus heeft de ketenen van de dood verbroken. God heeft “neen” gezegd tegen de heerschappij van de dood, en definitief “ja” gezegd tegen ons menselijk leven, door zich onvoorwaardelijk met ons te verbinden en door, in de verrezen Jezus, ons menszijn voor eeuwig in zijn heerlijkheid binnen te leiden. Daarmee voltooide Jezus het werk, waarmee Hij al begonnen was tijdens zijn openbare optreden. De apostel Petrus zei daarover in de 1e lezing: “Jezus ging weldoende rond, in de kracht van Gods Geest, en genas allen, die onder de dwingelandij van de duivel stonden, want God was met Hem.” Maar om dit bevrijdende heilswerk van God onder ons te voltooien, moest Hij eerst tot op de bodem gaan van onze verlatenheid en dood, onze verlorenheid, op Goede Vrijdag, om vervolgens deze duisternis van het graf open te breken naar Gods eeuwige licht en leven, door zijn opstanding uit de dood. Alleluia! 

In de verrezen Jezus zegt God onvoorwaardelijk “ja” tegen ons menselijk leven en onze menselijke toekomst, hoe gebroken en gebrekkig het soms nu ook nog is. Laten we dan zijn uitgestoken hand aannemen, zodat Hij ons kan verbinden met de onuitputtelijke stroom van leven en liefde van God zelf. Dan gaan ook wij steeds meer: “Ja” zeggen tegen het leven. Van je amen en je gloria, joechee.