Sint-Petrusbasiliek Boxtel
A | A | A

nieuws

Aan de vruchten ken je de boom

03-03-2019

Één van de voornaamste dingen die een mens kan voortbrengen, dat zijn zijn of haar woorden...

Een boom is een wonderlijk iets. Dat vonden althans de mensen in het Midden-Oosten, waar Jezus woonde. Wij hier in Nederland zien de bomen vaak niet eens meer staan. Dat komt vermoedelijk omdat we zo snel leven: we razen met onze auto's langs de bomen aan de kant van de weg. Bovendien is ons land zó rijk aan water, dat er overal ook tamelijk makkelijk bomen kunnen groeien. In Israël was dat allemaal anders. De mensen leefden daar veel rustiger: ze namen de tijd om af en toe eens stil te staan bij een boom en daarnaar te kijken. Omdat hun klimaat veel droger is dan bij ons, moest een boom wel héél sterk zijn, om de hitte en de droogte te kunnen doorstaan. Als dáár dus een boom stond, dan had je daar respect voor. Want die boom was met zijn wortels tot diep in de bodem op zoek gegaan naar water. Zo'n boom had al sinds jaren, en soms zelfs sinds eeuwen, de barre omstandigheden van droogte en hitte, koude en vorst doorstaan en was daardoor een beetje een symbool van eeuwigheid geworden.

Bovendien was zo’n boom ook heel sympathiek, omdat hij belangeloos allerlei vruchten voortbracht voor mensen en dieren: appels, druiven, vijgen, olijven en noem maar op. Bomen waren dus zo ongeveer de beste vrienden die je kon bedenken: je kon er elk jaar heerlijke vruchten van plukken om in leven te blijven, je kon in de schaduw van de bomen gaan zitten wanneer de zon scheen, je kon van het hout van de bomen je huisje maken, of tafels en stoelen vervaardigen en nog veel meer. Als dus een joodse man en vrouw bij hun huisje in de tuin zaten, dan deden ze vaak niets liever dan met sympathie en bewondering naar de bomen kijken, vooral als ze in bloei stonden en vruchten gingen dragen.

En al kijkend naar die bomen, dachten ze vaak: wat lijken die bomen eigenlijk veel op ons, de mensen. Net als de bomen, staan ook wij mensen rechtop, met onze voeten en onze wortels op de grond, maar met ons hoofd en onze kruin naar boven gericht. Net als de bomen proberen ook wij, de mensen, de moeilijke omstandigheden van het leven te doorstaan, regen en wind, droogte en hitte, koude en vorst. Net als de bomen willen ook wij groeien en bloeien. Ook wij willen de krachten en energieën die er in ons zijn tot uitdrukking brengen in allerlei dingen die we voortbrengen. Wij mensen willen dus eigenlijk, net als de bomen, vruchten voortbrengen, waarmee we elkaar van dienst kunnen zijn; vruchten, waarin we iets van onszelf aan een ander mee kunnen geven.

Het is dus vanwege al die overeenkomsten dat de Bijbel de mensen vaak vergelijkt met de bomen. En zo zeggen de lezingen van vandaag: aan de vruchten ken je de boom. Aan de buitenkant kun je vaak niet meteen zien of een boom van binnen ziek is of gezond. Maar aan één ding kun je op een gegeven moment wél merken, dat een boom ziek is of gezond, namelijk aan zijn vruchten. Als een boom van binnen goed en gezond is, dan brengt die boom ook goede, frisse en smakelijke vruchten voort. Maar als een boom daarentegen van binnen ziek is, dan merk je dat meteen ook aan de vruchten: die zijn ook ziek, smakeloos, slap, ja, soms zelfs bedorven.

Wel, zegt de Bijbel, hetzelfde geldt ook voor de mensen. Zo aan de buitenkant, aan het uiterlijk, zie je nog niet meteen of een mens goed of kwaad is. Als je afgaat op het uiterlijk, dan kun je je nogal vaak vergissen. Maar waar je op een gegeven moment wél op af mag gaan, dat zijn de vruchten van een mens, dit wil zeggen de dingen die hij of zij voortbrengt. Wat zijn dan zoal de dingen, die een mens voortbrengt? Wel, zo zegt de eerste lezing uit de Wijsheid van Jezus Sirach, één van de voornaamste dingen die een mens kan voortbrengen, dat zijn zijn of haar woorden. Want dat wij woorden, zinnen en verhalen kunnen maken en uitspreken en lezen, daarin ligt onze bijzondere menselijke waardigheid. Dat kunnen namelijk de andere wezens op de wereld niet. Onze woorden en onze verhalen zijn dus enkele van de belangrijkste vruchten die wij kunnen voortbrengen. Aan die woorden van een mens, kun je daarom op een gegeven moment ook zijn innerlijke gesteldheid leren kennen. Prijs daarom geen mens vóórdat hij gesproken heeft, zo zegt het boek Jezus Sirach, want pas op grond daarvan kan men een mens beoordelen. Wat er binnen in iemand leeft, dat blijkt op een gegeven moment uit de woorden die die persoon naar buiten brengt.

Ook Jezus bevestigt dit in het Evangelie: waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over. Of een mens van binnen, in zijn hart, goed en gezond is, dat blijkt uit de woorden die hij of zij naar buiten brengt. Een goed mens brengt immers het goede te voorschijn uit de schat van goedheid in zijn hart. De woorden (en ook de daden) van zo'n mens zullen vooral liefdevol, hartelijk, weldadig, opbouwend, vriendelijk, wijs, eerlijk, helder, kalm en vredelievend zijn. Maar een slechte mens brengt in zijn daden en woorden het slechte te voorschijn, dat komt uit de schat van slechtheid, die er in zijn of haar hart is. De woorden (en daden) van zo'n mens zullen daarom vaak liefdeloos, gemeen, kwetsend, afbrekend, vijandig, dubbelzinnig, oneerlijk, onrustig, agressief, bazig of intimiderend zijn.

Wat betekent dit voor ons? Het betekent allereerst dat we eens kritisch durven te kijken naar de vruchten die wijzelf voortbrengen. Want Jezus constateert dat mensen nogal makkelijk een oordeel over een ander klaar hebben, terwijl ze van zichzelf niet willen zien hoe weinig opbouwend en weldadig hun woorden en daden vaak zijn. Waarom kijkt ge naar de splinter in het oog van uw broeder of zuster en waarom slaat geen acht op de balk in uw oog? We zijn inderdaad vaak blind voor de dingen die we zelf doen of nalaten, onze gewoontes. Hou zou dan de ene blinde de andere kunnen leiden. Het is daarom van tijd tot tijd nodig, dat we durven kijken naar onszelf. Ben ik eigenlijk wel goed bezig in mijn leven, met iets dat de moeite waard is? Zijn mijn woorden en daden opbouwend voor anderen en voor mezelf? Ben ik vruchtbaar bezig voor de voortgang van Gods Rijk in deze wereld? De komende Veertigdagentijd is een periode die zich ertoe leent om ons die vragen eens te stellen.

En als we dan tot de conclusie mochten komen, dat de vruchten van ons leven eigenlijk nog niet optimaal zijn, dan is daarmee gelukkig nog niet alles verloren. Integendeel. Dan mogen we openstellen voor de opbouwende kracht die God ons wil geven, in zijn Zoon Jezus Christus. Want zonder zijn liefde en vrede in ons hart, is het eigenlijk onmogelijk om een echt goed mens te zijn, zoals Hijzelf dat was. Vragen we dan aan God, voor onszelf, voor elkaar, ja, voor heel de wereld, de heilige Geest van Jezus Christus, om ons hart gezond en goed te maken, zodat wij vruchten kunnen dragen, in woord en daad, voor het heil van de mensen, tot eer van God. Amen.


Net als de bomen willen ook wij groeien en bloeien...