Heilig Hartparochie Eenheid in verscheidenheid
A | A | A

nieuws

Hou vast aan je geloof en wees niet bang

21-06-2020

Wie ben ik eigenlijk, wat ben ik waard, waarvoor leef ik, waar kom ik vandaan, waar ga ik naar toe, waar kan ik me aan vasthouden? 

Enkele maanden geleden kwam er een wereldwijde angst over de mensen vanwege de verspreiding van het coronavirus. Iedereen werd bang, ofwel om zelf het virus te krijgen, ofwel bang om het virus aan kwetsbare andere mensen door te geven. Het virus is nu enigszins onder controle, maar we blijven ergens nog wel bang dat het weer op gaat laaien. Bovendien is er de angst voor de economie en het maatschappelijk leven; krijgen we alles wel weer een beetje normaal aan de gang? En dan is er ook nog de angst voor het verlies van onze vrijheid; al die maatregelen die onze vrijheid inperken, wanneer houdt dat op, of wordt het nog erger? Enz. 

Zo hebben wij, mensen, in het algemeen al, maar heel bijzonder in dit jaar, te maken met angst en onzekerheid. Je zou angst wellicht kunnen omschrijven als: het bange vermoeden dat er misschien iets mis gaat lopen; die angst kan betrekking hebben op iets dat je al hebt. Je bent bang dat je iets vertrouwds kwijt gaat raken, bijvoorbeeld een dierbare medemens, een vriendschap, je gezondheid, je baan of je bedrijf. Die angst kan ook betrekking hebben op het onbekende, op iets dat je nog niet hebt, maar dat je graag zou bezitten, bijvoorbeeld een diploma of een baan, of contact met een bepaald persoon. Maar juist omdat het er nog niet is, kun je er onzeker over zijn of het je wel zal lukken om het te bereiken. In dat alles speelt vaak ook nog de angst voor je medemensen mee, omdat je niet zeker weet of ze je wel of niet zullen waarderen en accepteren, en je bang bent voor afwijzing.
 
Al met al is angst en vrees dus iets waar wij, mensen regelmatig mee geconfronteerd worden. Het heeft te maken met de dreiging van allerlei soorten kwaad: de broosheid van onze gezondheid en krachten, de onberekenbaarheid van de mensen en van onszelf, de vergankelijkheid van ons bestaan. Allerlei onzekerheden die als normale reactie een bepaalde angst tot gevolg hebben. Bij de een werkt die angst verlammend, zodat er een zekere passiviteit uit voortkomt. Bij de ander werkt die angst juist enerverend, zodat er een koortsachtige energie en bedrijvigheid uit voortkomt. Maar in beide gevallen raakt de mens er in meerdere of mindere mate door uit zijn evenwicht.
Sommigen hoor je wel eens zeggen: “Ik heb doodsangsten uitgestaan”, en dat is heel treffend gezegd, want in alle angst zit eigenlijk een beetje die angst voor de dood, die angst om uitgerangeerd en afgeschreven te worden, om niet meer voor vol mee te tellen, de angst dat men je laat vallen zodat je er helemaal alleen voor staat, en je niets of niemand meer hebt om je aan vast te houden. De angst dat je ergens aan onder doorgaat, dat je langzaam wegzinkt in het niets, in de dood. Je voelt je niet meer veilig. Dan kan de angst hevige vormen aannemen, die iemand als het ware helemaal opvreten met voortdurende onrust, slapeloosheid, depressies, wanhoop, paniekaanvallen, radeloosheid, nachtmerries, enz.

Een normale portie angst en vrees hoort bij ons menselijk leven. We proberen die angst zoveel mogelijk te bezweren, bijvoorbeeld door het inbouwen van allerlei zekerheden. Zo zijn we verzekerd van de wieg tot het graf, met daarbij allerlei sociale en medische voorzieningen. Toch voelt ook de hedendaagse mens zich meer dan ooit bedreigd en leeft er, vaak onbewust, een diepe angst in hem. Angst over zijn gezondheid, zijn carrière of financiën, angst over de problemen van de wereld, met geweld en terrorisme, toenemende spanningen en klimaatverandering. Angst ook omdat de hedendaagse mens geen antwoorden meer heeft op de grote vragen van het bestaan: wie ben ik eigenlijk, wat ben ik waard, waarvoor leef ik, waar kom ik vandaan, waar ga ik naar toe, waar kan ik me aan vasthouden? 

En juist op deze grote levensvragen geeft het Evangelie een antwoord. Want ieder van ons heeft er ongetwijfeld behoefte aan om een diepste zekerheid en houvast te hebben, waardoor je bevestigd wordt in de waarde en zin van je eigen leven. Iets waardoor je gedragen voelt; iets dat je ook een doel en bestemming geeft. Zonder dat zouden we, al dan niet bewust, in een voortdurende onzekerheid en angst moeten leven, onbeschermd tegen ondergang en dood. Wat dat betreft geeft het Evangelie ons die diepste eigenwaarde. “Wees niet bang, zo horen we tot driemaal toe uit de mond van Jezus, jullie hebben een Vader in de hemel, jullie zijn zijn geliefde kinderen. Zelfs de mussen ondervinden de zorg en aandacht van God, hun Schepper. Hoeveel temeer dan jullie, zijn geliefde mensenkinderen.”
 
Het was juist de missie van Jezus om die liefdevolle zorg van de hemelse Vader voor ons zichtbaar en toegankelijk te maken. In heel het optreden van Jezus, vanaf zijn menswording tot aan zijn kruis en verrijzenis, laat God ons zien dat Hij zijn mensenkinderen niet laat vallen, ook niet in mislukking, zonde of dood, maar dat Hij bij ons wil zijn en ons wil optillen uit al wat ons terneer drukt. Wees dus niet bang, zegt de Heer, voor de tegenslagen van het leven, of voor de afkeuring en tegenwerking van mensen. Zelfs als alles lijkt te mislukken. Er is altijd méér. Je waardigheid komt allereerst van God, die je geschapen heeft, en van Jezus Christus, in wiens Naam je verlost en begenadigd bent. Vanuit die schepping en begenadiging van God ben je altijd meer waard dan je menselijke prestaties of mislukkingen, meer dan wat anderen van je zeggen. Je bent een unieke persoon die toebehoort aan God, naar wiens beeld je bent gemaakt en door wie je van eeuwigheid wordt bemind. Steunend op Hem en zijn goedgunstigheid, die onvoorwaardelijk naar ons toegekomen is in Jezus Christus en de gave van zijn Geest, kun je uiteindelijk alles aan.

Hou daarom vast aan je geloof en wees niet bang. Vrees eigenlijk maar één ding, namelijk dat je die diepste zekerheid, die verbondenheid met God los zou laten en dat je Jezus Christus zou verloochenen. Als je daarentegen met Christus verbonden blijft – ook al is het met vallen en opstaan – en je die verbondenheid met Hem in je daden en je woorden bij de mensen laat zien, mag je er op rekenen dat Hij je ook als de zijne zal erkennen bij zijn Vader die in de hemel is. Christus zal voor ons opkomen, altijd weer, als we Hem maar de kans geven, en Hem de plaats geven in ons leven, die Hem toekomt. Dan hebben we in Hem een onwankelbare zekerheid, waarmee alle angst uiteindelijk valt te overwinnen, levend in het besef dat Gods mensgeworden Zoon aan je zijde staat en voor jou bij zijn Vader ten beste spreekt, niet omdat wij het verdiend hebben, maar omdat Hij onvoorwaardelijk van ons houdt en zijn liefde zal doen overwinnen. Amen.