Heilig Hartparochie Eenheid in verscheidenheid
A | A | A

nieuws

Ons hart slaat onophoudelijk

02-08-2020

Waarom focus je je alleen op tijdelijke zaken, die allemaal voorbijgaan en vluchtig zijn als de wind? 

De belangrijkste dingen in het leven zijn soms zo vanzelfsprekend, dat je er niet bij stilstaat. Wat zouden wij bijvoorbeeld zijn zonder zuurstof en zonder onze longen? We ademen in en uit, de hele dag. Zonder dat kunnen we niet leven. Of neem onze hartslag: ons hart slaat onophoudelijk, dag en nacht, en zorgt zo voor onze bloedsomloop. Zonder dat kunnen we niet leven. Of neem de bloedsomloop van de wereldwijde maatschappij en economie, waarbij ieder zijn taak vervult, zodat het meeste op rolletjes loopt. Zonder dat zouden wij niet zo welvarend en veilig kunnen leven, zoals we leven. Allemaal schijnbaar vanzelfsprekende dingen. Maar daarom niet minder bewonderenswaardig. 

Zo is het ook in het kerkelijk leven. Er is een wereldwijde organisatie van de Kerk, met allerlei vieringen en activiteiten. Maar de bloedsomloop die aan dat alles kracht en inspiratie geeft is: Gods liefde. Het basisgegeven dat God van ons houdt: van ieder persoonlijk en van ons allen tezamen. 
Dat lijkt soms zo vanzelfsprekend dat we vaak vergeten om er uitdrukkelijk bij stil te staan. En daarom is het goed dat de apostel Paulus in de 2e lezing een lofzang brengt op Gods liefde. Niets of niemand in deze wereld, aldus Paulus, kan ons scheiden van de liefde van God, zoals die in Jezus tot ons gekomen is. En dat is inderdaad de meest belangrijke boodschap die we ooit kunnen horen. Het is de kern van de Blijde Boodschap van het Evangelie. God houdt van ons, van u en mij, en Hij heeft die liefde onvoorwaardelijk en voorgoed naar ons toegebracht, midden in onze wereld, door de komst van Jezus zijn Zoon en door de zending van zijn Geest.

Die komst van Gods liefde, midden in onze wereld, werd al aangekondigd door de profeet Jesaja in de 1e lezing, waar de Heer zegt: “Komt naar het water, het water van mijn liefde en genade, en drinkt, zonder te betalen.” Deze liefde van God hoeven we niet te verdienen en kunnen we ook niet verdienen. Het is een gave, zoals alles in de schepping, ook ons eigen leven, allereerst een gratis gave is. Gods scheppende liefde gaat ons vooraf en dat blijft ook zo.
De band met die liefde van God kunnen we echter wel uit het oog verliezen, zeker ook in onze geseculariseerde wereld. Zoals we horen bij de profeet Jesaja: “Wat geeft gij uw geld en uw arbeid voor iets dat niet voedt?” Dat wil zeggen: waarom focus je je alleen op tijdelijke zaken, die allemaal voorbijgaan en vluchtig zijn als de wind? Door die eenzijdigheid loop je innerlijk leeg. Er is namelijk ook voedsel voor je ziel, voor je hart: Gods liefde, die duurzame warmte en energie geeft aan je hart, Gods wijsheid die betekenis, richting en samenhang geeft aan je leven.

En voor die liefde en wijsheid van God hoef je niet te betalen. We zien het gebeuren tijdens de wonderbare broodvermenigvuldiging. Jezus zorgt ervoor dat het de mensen, die met duizenden naar Hem zijn toegekomen, aan niets ontbreekt. Hij laat hen delen in zijn liefde en levenskracht, en ze hoeven daar niet voor te betalen. Toen Jezus de grote menigte zag, - zo staat er - kreeg Hij medelijden met hen. En dat is precies het bijzondere waarom die grote menigte Jezus achterna is gegaan: de barmhartige liefde van God, die in heel Jezus optreden naar buiten straalt. Die onvoorwaardelijke goedheid, in woord en daad, die Jezus zomaar gratis uitdeelt en meedeelt, die kunnen ze nergens anders vinden dan bij Hem. Bij Hem weet ieder zich aanvaard en bemind en opgetild. Hoe armzalig, noodlijdend, beperkt en zwak je eventueel ook bent, je wordt in zijn gezelschap en gemeenschap opgenomen. En de wonderbare broodvermenigvuldiging is daar het teken van: de mensen zijn te gast bij de Heer Jezus Christus. Hij zorgt voor hen.

En het is deze zelfde barmhartige liefde van Jezus, in het woord van het Evangelie en in de daad van de Communie, die nog steeds ieder weekend honderden miljoenen mensen over de hele wereld naar de Eucharistieviering trekt. We mogen komen met wat we hebben en zijn, zelfs met onze povere vijf broden en twee vissen. Jezus doet het ermee. Op soortgelijke wijze brengen wij onze povere hosties en wijn naar het altaar, symbool van onze eigen inbreng voor het werk van Christus. En Jezus verheft alles tot bij God, Hij sloeg de ogen ten hemel en, nadat Hij de zegen had uitgesproken, brak Hij de broden. Zo wordt alles wat wij aanbieden, al onze mogelijkheden en onmogelijkheden, ja, onze hele persoon, door Christus aangenomen en geheiligd, telkens weer, hier in de Eucharistie. Hij neemt het onze aan, en Hij geeft het zijne; dat is zijn nieuwe, altijddurende verbond, waardoor Hij ons tot zijn bondgenoten maakt, tot ledematen van zijn Lichaam, dat wij in de communie ontvangen. 

Wanneer wij dan aldus door de Communie zijn gesterkt en vernieuwd, worden wij door de Heer in de wereld gezonden, om de liefde en de wijsheid, die we hebben ontvangen, weer door te geven aan anderen. Zo doen wij ons deel, en wordt er een begin gemaakt met de feestelijke eindmaaltijd in het Rijk van Christus, waar genoeg zal zijn voor allen. "Allen aten tot ze verzadigd werden."