Sint-Theresiakerk Lennisheuvel
A | A | A

nieuws

Overweging wocoviering van 18 nov.

19-11-2018

In de herfstvakantie ben ik in Drenthe geweest en heb daar het voormalige kamp Westerbork bezocht. Een zeer aangrijpende gebeurtenis. In de tweede wereldoorlog was het de verblijfplaats van Duitse en Nederlandse joden. Het was geen vernietigingskamp maar een doorgangskamp

107.000 Joden, die vanuit allerlei plaatsen waren aangevoerd werden vanuit Westerbork verder getransporteerd naar de vernietigingskampen. Er is in Westerbork niemand vermoord. De Joden en Sinti verbleven daar voor kortere of langere tijd en de Duitse bezetters deden het voorkomen alsof het leven in het kamp normaal verliep. De Joden moesten zelf het kamp organiseren: er was een school, waar goed onderwijs werd gegeven door Joodse leerkrachten, in het ziekenhuis met prima ziekenzorg werkten Joodse dokters en verpleegkundigen, er waren werkplaatsen met Joods geschoold personeel en iedere zondag werd er gevoetbald tussen teams van de verschillende barakken. Toch was die betrekkelijk vredige situatie uitermate schijnheilig en zeer beangstigend, want van de 107.000 Joden, die er verbleven en werden weggevoerd,  hebben slechts 5000 van hen het overleefd.

Iedere dinsdag werden 1000 kampbewoners op transport gesteld, rücksichtslos uitgezocht door de commandant. En als je dan op woensdag als kind naar de school ging was er een immens knagende onzekerheid: welke schooljuffen en klasgenootjes zouden er niet meer zijn?  En op zondag voetbalden weer teams tegen elkaar maar van een totaal andere samenstelling. Zonder aanzien des persoons werden ook hooggeplaatsten gedeporteerd, zoals specialisten en rabbi’s. Zelfs zieken die door de zorg van het Joodse personeel net weer waren opgeknapt werden naar de vernietigingskampen vervoerd.

De overgeblevenen konden slechts in grote angst en onzekerheid hopen dat zij de volgende keer niet aan de beurt waren om te vertrekken. Je vraagt je af hoe het in Gods naam mogelijk was dat mensen de moed niet verloren.

In de evangelielezing van vandaag zien we een grote parallel met het leven dat door de kampbewoners werd geleefd. Het einde der tijden wordt aangekondigd. Je moet waakzaam zijn, want je weet niet wanneer het je overkomt.

En ook in onze huidige wereld zijn we dagelijks getuige van vele rampzalige gebeurtenissen: aardbevingen, orkanen, aanslagen, kindermisbruik en ga zo maar door. En in ons dagelijks leven ervaren we soms ook het leed en verdriet van naasten, die ernstig ziek zijn of kampen met tegenspoed. Je zou er moedeloos van worden.

Maar gelukkig zijn er mensen, die moed tonen en niet bij de pakken neer gaan zitten.  In plaats van verlamd van angst te staren op die vermeende ondergang van de wereld verkondigen zij dat we beter de handen in elkaar kunnen slaan om die dagelijks weerkerende zelf veroorzaakte rampen een halt toe te roepen. Mensen die het plastic uit de oceaan gaan vissen. Mensen, die vluchtelingen redden. Mensen, die zieke medemensen bemoedigen. Mensen, die uit de ontluikende blaadjes van de vijgenboom weer vertrouwen en moed putten. Mensen die niet denken: Na ons de zondvloed, maar die vinden we hier en nu moeten handelen.

Zelfs bij de Joodse mensen, die uit kamp Westerbork werden weggevoerd en bange vermoedens hadden over hun toekomst, waren er velen die de moed niet verloren en bleven vertrouwen op een goede afloop. Dat blijkt uit de vele brieven en kaarten, die ze naar hun dierbaren stuurden. Een voorbeeld van zo’n kaartje dat tijdens de treinreis uit de wagon is gegooid, staat hieronder.