Eenheid in verscheidenheid

Klik hieronder op een kerkdorp

A | A | A

nieuws

In het begin was het woord

17-01-2021

'Wat verlangt gij, wat zoeken jullie, waar zitten jullie mee?'

Een belangrijk aspect van ons menszijn is dat we een taal kunnen leren en woorden spreken. Zo zijn we de hele dag bezig met woorden: woorden die in onze gedachten opkomen, woorden die we spreken, woorden die we horen, woorden die we lezen. Om het belang van woorden te onderstrepen luidt de eerste regel van het Johannesevangelie: in het begin was het Woord, en het woord was bij God, en het woord was God. Alles is door dat Woord geworden. In dat Woord was leven en dat leven is het licht der mensen. Kortom: heel ons menselijk bestaan wordt gedragen en bezield door het woord, bijzonder door Gods woord. 

Wij, mensen, hebben woorden nodig. Daarin vinden we licht en leven. Heel bijzonder hebben we Gods woord nodig. Want de mens leeft niet van brood alleen, maar van elk woord dat uit Gods mond voortkomt. 
En dat Woord van God, zo gaat Johannes verder, is naar ons toegekomen. Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. Namelijk in Jezus. In Hem is Gods Woord een mens van vlees en bloed geworden. Hoorbaar en zichtbaar woonde Hij onder ons. Daarom is het belangrijk en interessant om te horen wat Jezus’ eerste woorden zijn in het Johannesevangelie. Die eerste woorden horen we in de Evangelietekst van vandaag, namelijk: “Wat verlangt gij, wat zoeken jullie?”
 
Het eerste dat daaraan opvalt is, dat het een vraag is. Niet een mededeling, niet een bevel, niet een eis, niet een gebod, niet een klacht, niet een veroordeling, maar een belangstellende vraag. “Wat zoeken jullie?” Dat is opmerkelijk en typerend voor ons christelijk geloof. Onze God toont zich als een belangstellende en liefdevolle God, die respectvol met ons omgaat en ons in vrijheid laat nadenken, door ons vragen te stellen. Als Hij naar ons toekomt, zijn zijn eerste woorden een belangstellende vraag: “Wat zoeken jullie? Waar zitten jullie mee? Hoe gaat het met jullie? Waar verlangen jullie echt naar? Wat beweegt jullie? Wat zoeken jullie?" Jezus peilt naar het verlangen van deze twee mannen, die achter Hem aan zijn gelopen, Andreas en een ander, wiens naam niet genoemd wordt, waarschijnlijk de schrijver van het Evangelie, Johannes. “Wat zoeken jullie?” 

Hij stelt deze vraag ook aan ons. Wat zoekt gij? Wij zijn allemaal inderdaad zoekende mensen, ons hart is onrustig en zoekend naar een zinvolle invulling van ons leven. Waarin zoek ik die zin van mijn leven? ln mijn werk? Ja, tot op zekere hoogte geeft dat voldoening. Maar wat als mijn werk op een gegeven moment wegvalt, omdat ik met pensioen ga of omdat ik ziek word of omdat er ontslagen vallen? Zou mijn leven dan opeens geen zin meer hebben? Of is er toch een diepere zin? 
Ligt die zin dan misschien in de erkenning van mensen? Wij willen inderdaad graag gekend en gerespecteerd worden, wij hebben de waardering nodig van andere mensen om ons gedragen te voelen. Dat je erbij hoort. Dat je meetelt. Maar de belangstelling en waardering van mensen is zeer veranderlijk. Vandaag krijg je allerlei complimenten, maar morgen laten zij je opeens als een baksteen vallen.

Moet je je dan maar opsluiten in je eigen cocon en de zin van je leven zoeken in je bezittingen en je genietingen. Maar ook dat is allemaal van korte duur en kan je zomaar komen te ontvallen. Nee. We zoeken een meer duurzame en blijvende zin in ons leven. We zoeken iets dat groter is dan je eigen kleine ik. Iets dat vermoedelijk met God te maken heeft. Dat was namelijk de overtuiging van het Joodse volk. Dat de zin van ons menselijk bestaan samenhangt met Gods plan en bedoeling met zijn schepping. Dat het erop aankomt om daar aan mee te kunnen doen, daarbij te mogen horen. Een hogere werkelijkheid, die je optilt boven je eigen beperkingen. Die hogere levenssfeer en dat Rijk van God zouden naar ons toekomen in de beloofde Messias.

En die eerste twee leerlingen, Andreas en Johannes, zijn benieuwd of Jezus daar misschien iets mee te maken heeft. Ze willen eens kijken of Hij die levenssfeer van Gods liefde en Gods Rijk met zich meebrengt en of Jezus hun dus misschien de zin en vervulling van hun leven zou kunnen brengen. Daarom vroegen zij: "Meester, waar woon je?" Dat was geen vraag naar zijn adres, zij willen weten waarin Jezus “thuis" was, zij willen in zijn nabijheid vertoeven om te zien hoe Hij aan zijn leven gestalte gaf, of daarin de atmosfeer van Gods liefde en vrede voelbaar was. 
Jezus nodigt hen uit: "Kom en zie". Johannes, de schrijver van het Evangelie, één van die twee leerlingen, weet nog precies hoe laat het was. Het tiende uur, dit wil zeggen 4 uur ‘s middags. Een onvergetelijk moment, die eerste kennismaking met Jezus. Zij gingen mee en die dag bleven zij bij Hem. Bij Jezus vonden ze kennelijk wat zij zochten. Jezus straalde de atmosfeer van Gods liefde uit, de komst van Gods Rijk, Gods nieuwe wereld. “We hebben gezocht en we het gevonden”, roepen ze de volgende dag vol vreugde uit bij hun familie en vrienden. “We hebben Hem gevonden, de Messias, die ons Gods nieuwe, betere en definitieve wereld binnen leidt. Temidden van al het vergankelijke brengt Hij het blijvende. Daarom is het woordje “blijven” een kernwoord in het Johannesevangelie. De leerlingen vroegen aan Jezus, waar “blijft” gij, waar “verblijft” gij; kunt u ons de blijvende werkelijkheid van Gods liefde en vrede tonen. En het antwoord is: “Ja”. En Jezus laat zijn leerlingen daarin delen: ze “blijven” vanaf die dag bij Hem, en via Hem delen ze in de blijvende werkelijkheid van Gods liefde en vrede.
 
Een uitnodiging aan ons, broeders en zusters, om temidden van alle vergankelijke dingen vast te blijven houden aan het blijvende van Gods liefde en vrede, die Jezus ons is komen brengen. Tevens een aansporing aan ons om het Goede Nieuws van Gods liefde en vrede ook aan anderen door te geven. Want er zijn veel zoekende mensen, ook en misschien zelfs juist in 2021. Ze hebben een overvloed aan vergankelijke dingen tot hun beschikking, maar het blijvende en duurzame van Gods liefde hebben ze vaak nog niet ontdekken. Laten wij een teken van hoop zijn voor hen, dat ook zij het kunnen vinden, wanneer ze eerlijk op zoek gaan naar een diepere, blijvend zin in het leven en dan ook bij Jezus een kijkje durven nemen. Dan kunnen ook zij zijn heilzame invloed ondergaan en deel te krijgen aan zijn Geest en aan Gods Rijk, dat altijd zal blijven en geen einde kent.