Eenheid in verscheidenheid

Klik hieronder op een kerkdorp

A | A | A

nieuws

Jahwe, Ik-ben-er-voor-u.

20-06-2021

Tot hier en niet verder, hier breken uw trotse golven

We hoorden zojuist over een storm op het meer. Ook al zitten we niet regelmatig met een boot op het water, toch kennen we allemaal het gevoel dat je midden in een storm zit, waarbij de golven als het ware over je heen komen. Je wordt heen en weer geschud. Je voelt je bedreigd en onzeker, omdat er allerlei krachten in het spel zijn, die je niet meer in de hand hebt. De dingen groeien je je boven het hoofd en lijken uit de hand te gaan lopen, zodat je bang begint te worden en de angst toeslaat. 
Die stormen kunnen als het ware van binnen uit jezelf komen, bijvoorbeeld wanneer je gezondheid wordt aangetast door een ernstige ziekte, of wanneer je psychische balans of morele integriteit wordt verstoord. Maar de stormen kunnen ook meer van buitenaf komen, bijvoorbeeld door een financieel-economische crisis of een coronapandemie, die wereldwijd veel onrust en onzekerheid heeft veroorzaakt.

In al die stormachtige situaties zie je dat er een bepaalde wanorde en chaos is ontstaan, veroorzaakt door krachten die het evenwicht in onszelf en de samenleving hebben ontregeld, vaak door onverantwoord en zelfzuchtig gedrag. Deze chaos-veroorzakende, verstorende en vernietigende krachten worden in de Bijbel van meet af aan gezien als de macht van het kwaad. Heel bijzonder de zee, met haar golven en dreiging van overstroming en verdrinking, was een symbool van die chaotische, ontregelende macht van het kwaad. Maar de Bijbelse mensen wisten ook dat uiteindelijk alles, heel bijzonder ook de woeste zee, onderworpen was aan God de Schepper. Zoals we hoorden in de eerste lezing, waar de Heer tot Job zegt: “Waar was je toen de zee haar poorten beukte, onstuimig los wilde breken; toen ik haar paal en perk stelde, de poort vergrendelde en zei: “Tot hier en niet verder, hier breken uw trotse golven”.

Want God de Schepper is een God van orde en samenhang, regelmaat en vrede. Hij is degene die vanaf het begin orde en evenwicht creëert tussen alle krachten in zijn schepping, zodat er vrede is. En wij, mensen, geschapen naar Gods beeld, waren bestemd om beheerders van de aarde te zijn en medewerkers van God Rijk van vrede. Maar omdat wij ons van God hadden losgemaakt en de macht van het kwaad ruimte hadden gegeven, is die vrede in Gods schepping ontregeld en verstoord. Om deze verstoring weer te herstellen is Jezus gekomen, om zo Gods nieuwe schepping in te luiden.

In heel Jezus’ optreden is inderdaad te zien hoe Hij de macht van kwaad, ziekte en dood terugdringt en Gods Koninkrijk van liefde, vrede en levenskracht verspreidt. Zo gaat Hij in de Evangelielezing van vandaag met zijn leerlingen de confrontatie aan met de onstuimige zee, waarin de verstorende macht van het kwaad zich manifesteert. In deze confrontatie voelen de leerlingen zich bang en radeloos. Ze voelen dat ze uit eigen kracht niet opgewassen zijn tegen de overweldigende macht van de golven van de zee. In hun angst richten ze zich tot Jezus met de woorden: “Meester, raakt het u niet dat wij vergaan?”.
Jezus daarentegen is in vrede. Hij is rustig en slaapt zelfs, temidden van de storm, omdat Hij zich geborgen weet in de liefde van zijn hemelse Vader. Hij kent de goedheid en macht van God, zijn Vader, van binnen uit. Hij weet dat alle machten van kwaad en dood aan Hem onderworpen zijn. Vanuit dit besef van Gods Koninkrijk en heerschappij richt Jezus zich met gezag tot wind en water en Hij spreekt een bestraffend en bezwerend woord, zoals Hij dat ook doet bij de kwade geesten: “Zwijg stil”. En zijn woord heeft gezag en effect, omdat Hij handelt met Gods gezag, in de kracht van de heilige Geest. Temidden van de storm verdrijft Jezus de macht van chaos en kwaad en herstelt Hij de orde en vrede van Gods Rijk.
Dat is niet alleen iets voor toen, maar ook voor nu. Jezus wil ook ons laten delen in zijn Rijk van liefde en vrede. Door ons doopsel werden wij al in Christus opgenomen en kregen wij al deel aan Gods nieuwe schepping, zoals Paulus in de 2e lezing zegt. Op stormachtige momenten van angst en onzekerheid, is het daarom nodig dat wij terugkeren tot die diepe vrede van het geloof, nl. dat wij door Jezus Christus geborgen zijn in God. De leerlingen waren dit geloof temidden van de storm even kwijtgeraakt. “Hoe is het mogelijk, zo vraagt Jezus hen dan ook na afloop, dat jullie nog geen geloof hebben?” Door het geloof, ook temidden van de stormen van het leven, staan wij in verbondenheid met God en zijn Koninkrijk, en dat geeft ons dan een diepe vrede: de Heer is bij mij, ik heb niets te vrezen. Zijn Naam is immers: Jahwe, Ik-ben-er-voor-u. Meer nog: zijn Naam is Abba, Vader. Ons leven behoort aan Hem toe. Wij zijn in zijn hand. Ja, als wij die diepe vrede mogen ontvangen van het geloof, dan bezitten we een innerlijke onverwoestbare rust, die uiteindelijk alle andere soorten onrust tot bedaren zal brengen.
We zien het in Jezus: de vrede die er binnen in zijn hart is, legt Hij als het ware op aan alles wat er buiten Hem is, zodat men zich met verwondering afvraagt: Wie is Hij toch, dat zelfs wind en water Hem gehoorzamen. 

Bij Jezus’ leerlingen op de boot zagen we daarentegen het omgekeerde: de onrust die er buiten in hun omgeving was, verplaatste zich naar hun binnenste, omdat hun geloof zwak en klein was. Vragen wij daarom de Heer om ons te sterken in ons geloof, zodat wij ons geborgen mogen weten in zijn liefde en de overwinnende kracht van zijn Koninkrijk, die ons overeind houdt temidden van alle wisselvalligheden en stormen in ons leven.