Eenheid in verscheidenheid

Klik hieronder op een kerkdorp

A | A | A

nieuws

Ziek-zijn doe je niet alleen

04-02-2024

Ziek-zijn raakt iedereen

"Allemaal krijgen we wel eens te maken met ziekte, ofwel bij onszelf, ofwel bij anderen om ons heen." Hoe dat levens kan beïnvloeden en hoe we elkaar tot steun kunnen zijn, leest u in de overweging (preek) van pastoor Geertjan van Rossem in afgelopen weekendvieringen. Een boodschap van steun, bemoediging, durven en doen. Een boodschap van samen, van naastenliefde. Zorg voor jezelf en voor elkaar. Dat is wat Jezus ons heeft voorgedaan.

Allemaal krijgen we wel eens te maken met ziekte, ofwel bij onszelf, ofwel bij anderen om ons heen. Een of andere kwaal, meestal lichamelijk of soms geestelijk, breekt door je weerstand heen en verstoort je gezonde functioneren. Een tegenslag voor jezelf, maar ook voor de mensen om je heen, die de nieuwe situatie samen met jou moeten zien op te vangen. Er moet voor de zieke gezorgd worden, en zijn of haar werk moet worden overgenomen. Zo is ziekte een verschijnsel, waar eigenlijk niemand op zit te wachten. En toch krijgen we er in ons leven allemaal, de één wat meer, de ander wat minder, mee te maken.

Hoe taai het ziek-zijn soms kan worden, leert ons de verzuchting van Job in de eerste lezing. "Ik snak naar wat verlichting, zegt hij, want ik ken vruchteloze maanden en nachten lang van getob. 's Avonds denk ik: wanneer wordt het morgen? en 's morgens: wanneer wordt het avond! En zolang het licht is, ben ik ziek van onrust." Zo ervaren wij ziekte vaak als een verstoring van ons leven. Je kunt je draai niet goed meer vinden. Je zit met vragen en onzekerheden. Hoelang zal het duren? Is er hoop op herstel? Waarom deze ziekte? Waarom juist ik? Allerlei gevoelens van angst en moedeloosheid, opstandigheid en twijfel kunnen er in je omgaan. In zulke momenten van radeloosheid weten vaak ook de mensen om je heen niet goed raad met je of weten ze niet goed wat ze tegen je moeten zeggen. En zo kan het gevoel van de zieke, dat hij of zij er uitligt, nog versterkt worden. Een beklemmend gevoel van verlatenheid kan je dan overvallen.

Juist op zulke momenten is het ontzettend belangrijk dat er mensen zijn, die je laten merken: ik laat je niet los, ik ben er voor jou, jij telt voor mij. Want ook al schrikt een zieke medemens ons soms af, omdat hij of zij ons confronteert met de kwetsbaarheid van ons bestaan, toch mogen we hem of haar daarom niet loslaten. Integendeel. We hebben elkaar nodig. De zieke heeft de gezonde nodig om te mogen ervaren dat hij of zij nog van waarde is en meetelt. En de gezonde heeft ook de zieke nodig om te ervaren, dat onze belangrijkste taak in het leven erin bestaat om er voor elkaar te zijn, en zo iets goeds voor elkaar te betekenen.

Wat ons soms doet aarzelen om er voor een zieke medemens te zijn, is dat we niet helemaal goed weten wat we voor die zieke zouden kunnen doen of tegen hem of haar zouden kunnen zeggen. Toch kunnen we veel méér dan we denken. Gewone, eenvoudige dingen zijn dan namelijk al heel belangrijk en betekenisvol: zoals contact houden, belangstelling tonen, een keer bellen of op bezoek gaan, en dan gewoon aanwezig zijn (zonder meteen iets te hoeven doen), aandachtig luisteren, als het ware naast die zieke gaan staan, en samen met hem of haar hopen en bidden om verbetering en herstel, vragen of we de zieke ergens een plezier mee kunnen doen, een helpende hand bieden of een gebaar van troost. 

Wat dit betreft is het verhelderend om te zien hoe Jezus reageerde, toen men Hem vertelde dat de schoonmoeder van Simon Petrus met koorts op bed lag. Jezus ging naar haar toe. En dat is heel eenvoudig de eerste stap, die ook wij mogen durven zetten: gewoon naar een zieke medemens toegaan. Hem of haar niet ontwijken. Want we weten uit ervaring hoe makkelijk het is om een uitvlucht te bedenken. Je kunt altijd wel een andere bezigheid bedenken. De gulden regel voor ons handelen is dan: wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. Als jij niet zou willen, dat ze jou zouden vergeten, wanneer je ziek op bed zou liggen, vergeet dan ook zelf een ander niet.

Jezus ging dus naar haar toe, zegt het Evangelie, en pakte haar bij de hand. Ook dat is betekenisvol. Jezus gebruikt niet veel woorden, maar Hij stelt een gebaar van verbondenheid en medeleven. Hij verplaatst zich in de situatie van de zieke vrouw en verbindt zich met haar, door haar bij de hand te nemen. In dit gebaar legt Jezus heel zijn liefdevolle inspiratie vanuit God. En zo ontstaat er een interactie tussen Hem en de zieke, een liefdevolle ontmoeting, waarbij Jezus’ innerlijke kracht a.h.w. op haar wordt overgebracht en iets in haar activeert, waardoor zij kan opstaan en vrij wordt van koorts. Ze voelt zich bevrijd uit het isolement van haar ziekte en weet zich door die ontmoeting met Jezus weer opgenomen in de verbondenheid met God en mensen.

Dit optreden van Jezus laat zien, wat nog steeds ook ònze taak is als christenen. Namelijk dat wij onze zieke medemens niet alleen laten, maar nabij zijn, met heel ons hart, met woord en daad, met inzet en gebed, hoe machteloos we ons misschien soms ook voelen. Want ons geloof, onze hoop en vooral onze liefde bevatten een heilzame en opbouwende kracht te bezitten, vooral als we ons bezield weten met de Geest van Christus. Dan mogen en kunnen we elkaar in Christus’ Naam nabij zijn. Dat geldt voor iedereen: familieleden en vrienden, dokters en verplegenden. Allemaal kunnen we op eigen wijze iets van Gods zorg voor een zieke medemens tastbaar en zichtbaar maken. Ook al zijn we niet direct deskundig in de medische wetenschap, we kunnen wel deskundig zijn in hartelijk medeleven en gelovige verbondenheid. Onderschat dus uw eigen bijdrage niet. De zorg voor onze zieke medemens is een gezamenlijke taak voor ons allen, en niet alleen voor beroepskrachten.

Laten we daarbij ook de heilzame kracht van ons gebed vóór en met een zieke niet onderschatten. Al regelmatig heb ik mogen meemaken hoe het gebed van gelovige mensen, ook van mezelf, niet alleen troost en vrede kan schenken aan zieken, maar regelmatig ook verkwikking en verlichting, en soms ook herstel en genezing. Want wanneer we bidden in de Naam van Jezus, zijn we een kanaal en medewerker van de verrezen Christus en brengen we de bezieling van zijn Geest binnen in de situatie, zodat Hij daar iets goeds kan doen. Op dit terrein kunnen wij allen voor elkaar veel meer betekenen, dan we soms denken. Uiteraard kunnen we daarbij in onze parochie ook een beroep blijven doen op de sacramenten, zoals de H. Communie en de Ziekenzalving, waarin onze Heer Jezus ons bijzonder nabij is. Over het sacrament van de ziekenzalving heeft het 2e Vaticaans Concilie gezegd: "Dit sacrament van de zieken verleent aan de zieke de genade van de heilige Geest. Het geeft heel de mens hulp en steun tot zijn heil, het schenkt hem hoop en vertrouwen op God, het sterkt hem tegen de bekoringen van de Boze en tegen de angst voor de dood; het helpt hem om het lijden niet alleen moedig te dragen, maar het ook te bestrijden, en het verleent genezing, wanneer dat voor de zieke heilzaam is. Zonodig verleent het ook de vergeving van de zonden.”

Laten wij dan, broeders en zusters, in woord en daad, in bidden en werken, de zorg van Jezus voor de zieken voortzetten, zodat de heilzame kracht van zijn Geest onder ons werkzaam kan blijven.